Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Taalgericht zaakvakonderwijs (4): Verdieping, de vier V's

Filipiak, Paul (2017), Taakgericht zaakvakonderwijs (4): Verdieping, de vier V's,
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/begrijpend-lezen-voorkennis-voorspellen-verbeelden-vragen.php
Geplaatst op 18 augustus 2017
Taalgericht zaakvakonderwijs (4): Verdieping

Bij taalgericht zaakvakonderwijs in de school gebruik je de goed opgebouwde zaakvakmethoden, de  didactiek van de methode met een haalbare en effectieve didactiek van begrijpend en studerend lezen. Je vermijdt zoveel mogelijk een transferprobleem.

Dit artikel maakt onderdeel uit van een serie van vijf artikelen over taalgericht zaakvakonderwijs. Onderaan dit artikel staan de andere delen van de serie vermeld.


Begrijpend lezen bij de zaakvakken

Gebruik in je zaakvakonderwijs een eenvoudige aanpak van (hardop) denkend lezen die je altijd bij elke tekst kunt toepassen. Je leerlingen leren flexibel (hardop en interactief) te denken over de inhoud van de leerteksten uit de zaakvakmethode met behulp van de vier V’s. Denken en leren gaat met:

  • Voorkennis (bij het beeldmateriaal en de leertekst uit het werkboek);
  • Voorspellingen (bij de vragen en de zaakvakbegrippen met betrekking tot de leertekst in het werkboek);
  • Verbeelding (gestimuleerd door het beeldmateriaal van je methode en de plaatjes in het werkboek);
  • vragen uit het werkboek (5).

Houdt definities van denkstrategieën heel kort. Vooral voor je leerlingen. Dus volg daarin min of meer Stephanie Harvey en Anne Goudvis in 'Strategies That Work' (10 ) Bijvoorbeeld:

  • Lezen met voorkennis: je brug van voorkennis naar de nieuwe informatie uit de tekst.
  • Lezen met voorspelling: lezen met je voorkennis op weg naar je conclusies of samenvatting.
  • Lezen met verbeelding: het verhogen van je begip van de tekst en de zaakvakbegrippen.
  • Lezen met eigen vragen: het verhogen van je motivatie om verder te lezen en te leren.

Om denkstrategieën te onderscheiden van allerlei andere gedachten die je tijdens het lezen bij de zaakvakken kunt hebben, hanteren we enkele criteria:

  • Denkstrategieën kun je voor, tijdens en na het lezen gebruiken.
  • Een denkstrategie is een hulpmiddel om iets in een tekst beter te begrijpen. Een denk- strategie is dus geen leesdoel. Het doel van lezen is immers om iets in de tekst beter te begrijpen en er van te leren.
  • Tekstkenmerken zoals kopjes, alinea’s, en dergelijke zijn ook geen denkstrategieën.
  • Denkstrategieën moeten ook echt door ervaren lezers, door jou, gebruikt worden bij het eigen lezen. Uit ervaring blijkt dat veel lezers eigenlijk niet veel meer denkstrategieën bij hun lezen gebruiken dan de genoemde vier.

Je begeleidt een leerling bijvoorbeeld door het proces van het maken van foto's en filmpjes in je hoofd bij het lezen en leren. Deze technieken laat je leerling ‘zien’ wat hij of zij wel en niet verbeeldde tijdens het lezen van een leertekst. Je kan door middel van het hardopdenkend lezen opmerken hoeveel vooruitgang de leerling boekt met het verbeelden in zijn hoofd bij zijn lezen en leren. En dit kun je ook doen bij het lezen met voorkennis, voorspelling en bij het beantwoorden van antwoorden op vragen uit het werkboek of het bedenken van eigen vragen.

Leren na te denken bij het lezen om te leren

Instrueer strategieën niet als formele ‘leesstrategieën’ in een ‘aparte complexe leerlijn met transfer-problemen’, maar gebruik vaak de vorm van de ‘Vrije Response’ (6) en het nadenken bij het luisteren naar en lezen van leerteksten in de zaakvakmethoden.

Hardopdenkend lezen met de Vrije respons komt neer op de basisaanpak van hardopdenkend lezen, waarbij de leerling alles vrij benoemt wat hij denkt, doet, ziet, voelt, vraagt en opmerkt bij het lezen van de leertekst uit het werkboek. Het helpt bij het vormgeven van je hulp  bij het beter lezen. Je hoort immers wat je leerling wel en niet doet tijdens zijn lees- en leerproces.

Je doet, naar aanleiding van zijn of haar vrije gedachten het hardopdenkend lezen voor en laat horen wat je daardoor beter begrijpt van wat de leerling nog niet begreep. Je kunt uit de volgende open vragen kiezen bij het lezen met de Vrije response en je kunt je leerling daardoor beter laten nadenken over de eigen leesaanpak.

  • Wat vond je leuk/interessant in de tekst? Heb je zin in lezen? Waarom?
  • Hoe heb je deze tekst gelezen? Was het alsof je een foto of film bekeek bij die woorden? Heb je bij deze zin/dit stukje een vraag gesteld? Waar dacht je aan toen je dit las? Heb je bij dit plaatje een voorspelling gemaakt? 
  • Waarom heb je dit stukje op deze manier gelezen? Welke dingen trokken je aandacht en waarom ?
  • Wat heb je van je schoudermaatje geleerd? Hoe leest zij en wat gebruik je daarvan in je eigen lezen?
  • Wat heb je geleerd over jouw manier van lezen? Wat viel je op? Wat doe je wel en wat doe je nog niet? Wat ga je beter doen?
  • Wat heb je uit de tekst geleerd? Welke nieuwe ideeën heb je gekregen, nadat je de tekst hardopdenkend hebt gelezen?

Je leerlingen krijgen door hardopdenkend lezen bij de zaakvakken geleidelijk een inzicht in hun eigen manier van lezen, ze delen hun manier met jou en met klasgenoten en horen wat goede lezers doen. Het maakt ze bewust van hun leesproces en geeft hen inzicht in hoe zij zichzelf daarin kunnen verbeteren.

Checklijstjes

Checklijstjes kun je gebruiken om lezers te evalueren en om leespatronen te herkennen. Ze zijn ook handig voor om de vooruitgang in het lezen bij de zaakvakken op eenvoudige wijze te volgen. En ook voor communicatie met ouders over wat die thuis kunnen doen om hun kind met het lezen en leren te helpen. Voorbeeld, de leerling:

Evaluatie                                                                                            zelden        soms  vaak

1. Kan op basis van vloeiend en vlot lezen, hardopdenkend lezen.
2. Is gemotiveerd om te lezen en te leren.
3. Staat stil bij eigen onbegrip bij een zaakvakbegrip.
4. Past voorkennis toe bij zijn of haar lezen en leren.
5. Geeft voorspellingen op basis van voorkennis en de tekst.
6. Corrigeert voorspellingen en trekt conclusies.
7. Gebruikt verbeelding bij zakvakwoorden en zinnen.
8. Past herstelstrategieën bij betekenisproblemen toe.
9. Stelt eigen vragen bij voorkennis, voorspelling en verbeelding.
10. Beantwoordt vragen uit het werkboek en stelt eigen vragen.

Tot slot: beeldvorming over leesvaardigheid

Laat je leerlingen aan het eind van het schooljaar als eindoefening nog een 'Vrije respons-oefening’ doen, waarbij ze dus hardopdenkend lezen. Een dergelijke oefening is tevens een uitstekend evaluatiemiddel. Dit om te zien of je leerlingen hun voorkennis, voorspelling, verbeelding en eigen vragen toepassen bij het lezen om te leren. Een individuele vergelijking met het eigen leesgedrag werkt vaak stimulerend: het lezen gaat veel beter dan aan het begin van het schooljaar! Een leerling: ’ik wist niet dat er zoveel bij het lezen komt kijken. Het lijkt ingewikkelder, maar ook makkelijker dan ik ooit had kunnen denken. Ik bedoel dat het ingewikkelder is omdat ik niet wist wat je allemaal kunt doen bij het lezen. Maar het is makkelijker omdat ik nu weet wat ik moet doen, en het is logischer.’ Laat je leerlingen dus hun eigen lezen evalueren.


Serie Taalgericht zaakvakonderwijs

Lees ook de andere artikelen van deze serie voor een samenhangende visie op begrijpend lezen in de zaakvakken.

Deel 1 - Reflectie op Begrijpend lezen binnen zaakvakonderwijs
In dit artikel gaat de auteur in hoe begrijpend lezen als vaardigheid kan worden aangeboden binnen het zaakvakonderwijs, en dus niet als apart vak. Ook wordt ingegaan op de zin en onzin van toetsen van begrijpend lezen.

Deel 2 - Woordenschat en begrippen in de zaakvakken
Kennis van begrippen en een goede woordenschat is van groot belang voor goed zaakvakonderwijs.

Deel 3 - Lezen van teksten in de zaakvakken
Welke teksten kun je het beste gebruiken en hoe zet je deze in?

Deel 4 - Verdieping, de vier V's
De auteur geeft een toelichting op de vier V’s van voorkennis, voorspellen, verbeelden en vragen. Het zijn de belangrijkste strategieën van het begrijpend lezen bij de zaakvakken.

Deel 5 - Betrokken lezen en leren
In dit slotartikel wordt het belang benadrukt van het verbinden van het geleerde met de echte wereld. Dit vergroot niet alleen de kennis, maar ook de motivatie.


Geraadpleegde literatuur

  1. Elsäcker, W. van. Damhuis, R. Droop, M. Segers, E. (2010) Zaakvakken en Taal: Twee vliegen in één klap!; Taalontwikkeling stimuleren bij het zaakvakonderwijs in groep 5-8 van de basisschool. Expertisecentrum Nederlands.
  2. Hirsch JR. E.D. (2006) The Knowledge Deficit; Closing the Shocking Education Gap for American Children. Houghton Mifflin Company.
  3. Tishauser, J. (april 2017) Is onderwijs meetbaar? JSW.
  4. Filipiak, P. Meelker, I. Linden, B. van der (2015) Geen woorden maar kinderen; OMJS.
  5. Filipiak, P (2012); (hardop)denkend leren lezen, Begrijpend lezen is denkend lezen; OMJS.
  6. Wilhelm, J.D. (2001) Improving Comprehension with Think - Aloud Strategies; Scholastic.
  7. Robb, L. (2003) Teaching Reading in Social Studies, Science, and Math; Scholastic.
  8. Guthrie, J.T.,Oznungur,S; Instructional (2002) Contexts for Reading Engagement; In: Comprehension Instruction; Reaearch-Based Best Practices; ed.Block,C: Preesley, M. Vertaald in 2008 door: P.Filipiak bij Onderwijs Maak Je Samen. https://www.onderwijsmaakjesamen.nl/dossiers/taal-lezen/leesonderwijs-cori-lezen-guthrie/
  9. Koene, Y. (mei 2017); CORI-lezen: thematisch begrijpend lezen; JSW.
  10. Harvey, S. en Goudvis, A. (2000 ) Strategies That Work; Teaching Comprehension to Enhance Understanding, Stenhaus.
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.