Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Vervaets leesrijpheidstoets versus Cito taal voor kleuters, groep 2

Ewald Vervaet
Ontwikkelingspsycholoog en docent bij Stichting Histos  

Vervaet, E. (2015) Vervaets leesrijpheidstoets versus Cito taal voor kleuters, groep 2.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/leesrijpheidstoets-citotoets-taal-voor-kleuters.php
Geplaatst op 1 juni 2015
Leesrijpheid toetsen

Het belang van de vraag of een kind leesrijp is of niet, staat buiten kijf. De vraag is: hoe bepaal je de leesrijpheid van een kind op juiste wijze. Het artikel bestaat uit zeven paragrafen. We leggen ze de lezer als drieluik voor.

Eerste paneel van het drieluik: Een toets voor leesrijpheid 

In §1 wordt de opzet van het onderzoek geschetst. In de kern komt dat neer op een vergelijking tussen Vervaets leesrijpheidstoets aan de ene kant en de Citotoets 'Taal voor kleuters, groep 2' aan de andere kant.

In §2 wordt de leesrijpheidstoets uiteengezet. Hij bestaat uit twee proeven: de schrijfproef en de leesproef. De schrijfproef wordt afgenomen om van het kind lettertekens te krijgen, die het meent te kunnen schrijven. Met die lettertekens worden dan nieuwe, klankzuivere woorden gevormd om te zien of het kind die kan lezen of niet.

§3 geeft de leesrijpheidstoets van veertien kinderen.

Tweede paneel van het drieluik: Analyse van de toets Taal voor Kleuters 

In §4 wordt de Citotoets in vier opzichten besproken.

In de eerste plaats zijn er de gedachtes van het Cito over de ontwikkeling tot geletterdheid. Het Cito vat mondelinge en schriftelijke taalvaardigheid onder één noemer. Dit is niet houdbaar: taal is klank zodat taalvaardigheid iets mondelings is en slechts iets mondelings. Schrijven is slechts het omzetten van klanken in tweedimensionale figuurtjes, die we letter(teken)s noemen en lezen het omzetten van die figuurtjes in klanken. Geletterdheid is dan ook een ruimtelijke vaardigheid, die wordt toegepast op taal als klanksysteem.

In de tweede plaats zitten er bepaalde psychometrische aannames achter de Citotoets. De belangrijkste aanname is dat taalvaardigheid een continuüm zou vormen. Deze aanname is per definitie onhoudbaar want schrijfvaardigheid en leesvaardigheid bijvoorbeeld staan op ten minste twee ontwikkelingspsychologische nivo's zoals ook in §2 en §3 is gebleken. Deze vaardigheden zijn dus heterogeen en kunnen dus niet op zinvolle wijze op een continue en dus homogene schaal worden gemeten.

In de derde plaats wordt de meetpretentie van de Citotoets besproken.

In de vierde plaats wordt de inhoud van de Citotoets getoond door van de opgaven eruit enkele voorbeelden te laten zien. Vervolgens worden ze besproken.

Derde paneel van het drieluik: Het bepalen van leesrijpheid: vergelijking van twee toetsen

§5 geeft de scores op de Citotoets van de veertien kinderen van §3. 

§6 gaat over de inschattingen door de leerkrachten van de leesrijpheid van die veertien kinderen.

De slotconclusie staat in §7 en luidt: 'De leesrijpheidstoets is een goed instrument om leesrijpheid mee te bepalen omdat hij een toepassing is van een houdbaar gebleken psychologische theorie. De Citotoets is geen goed meetinstrument vanwege zijn methodologische achtergrond, ook niet voor leesrijpheid'. 

In de zin 'Stel tijdens de uitvoering van de verrijkingsactiviteiten het (denk)proces centraal en maak het resultaat daaraan ondergeschikt' van mevrouw N. Lansink van het Cito in haar verantwoording van de Citotoets zit een ontmoetingspunt tussen voorstanders van proeven als de schrijfproef en de leesproef aan de ene kant en voorstanders van tests als de Citotoets 'Taal voor kleuters, groep 2' aan de andere kant.

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.