Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Leesonderwijs op het niveau van het kind

Ewald Vervaet
Ontwikkelingspsycholoog en docent bij Stichting Histos  

Vervaet, E. (2018). Leesonderwijs op het niveau van het kind.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/ontdekkend-leren-lezen-leesrijpheid.php
Geplaatst op 2 april 2018
Ontdekkend leren lezen en leesrijpheid

Ontdekkend leren lezen

Lange tijd stond het leesonderwijs óp het ontwikkelingsniveau van het kind, maar sedert de invoering van het basisonderwijs is gestreefd naar leesles bóven zijn niveau. Bijna alle leesmethodes zijn dan ook niet gebaseerd op de psychologische ontwikkeling van het lezen.

Sinds juli 2013 is leesles óp het niveau van het kind weer mogelijk. Toen kwam deel 1 van Zo ontdek ik het lezen! uit. Het is de enige leesmethode die op de ontwikkeling van het lezen is gebaseerd. Voor de kleuters is er het voorbereidende deel 0, Klank- en vormspel. Klank- en vormspel en de drie delen van Zo ontdek ik het lezen! vormen samen Ontdekkend Leren Lezen (OLL).

Leesrijpheidstoets

OLL heeft een aantal kenmerken. We beperken ons hier tot twee kenmerken.
Het eerste kenmerk is dat het kind leesrijp moet zijn. Leesrijpheid kan men objectief vaststellen met de leesrijpheidstoets. De kern daarvan is als volgt.

Men vraagt het kind enkele woorden op te schrijven, die het zich spelenderwijs heeft eigen gemaakt. Meestal zitten daar de eigen naam en de woorden ‘mamma’ en ‘pappa’ tussen, maar ook namen van broertjes, zusjes en vriend(innet)jes.
Stel dat Linde met hoofdletters LINDE, MAMA, PAPA en VIKTOR (broer) schrijft. Dan maakt de leerkracht daar woorden van drie of vier letters mee als VOL en PRIK. Als ze die als ‘V, o, l; vol’ en ‘P, r, i, k; prik’ leest, hakt-en-plakt ze. Ze is dan leesrijp en kan met leesles beginnen.

Als Linde VOL als ‘V, o, l’ leest zonder er ‘Vol’ van te maken en PRIK als ‘P, r, i, k’ zonder er ‘Prik’ van te maken, is ze niet leesrijp. Ze hakt de woorden alleen.
De ontwikkelingspsychologische reden achter hakken-en-plakken is dat de leesrijpe Linde VOL in vijf stapjes leest:

  • Ze ziet V en zet die om in de klank /v/;
  • Ze ziet O en zet die om in de klank /o/;
  • Ze gaat met /o/ in haar hoofd terug naar /v/ en maakt er /vo/ van;
  • Ze ziet L en zet die om in de klank /l/;
  • Ze gaat met /l/ terug naar /vo/ en maakt er /vol/ van.

Tot dat teruggaan is Linde in staat omdat haar psychologische verbanden tweezijdig zijn geworden: ze wisselt af tussen ‘volgende letter’ en ‘terug naar wat verklankt is’. Voordien waren haar psychologische verbanden nog eenzijdig. Daarom kon ze niet teruggaan naar wat ze verklankt had. Vandaar het loutere hakken in ‘V, o, l’ en ‘P, r, i, k’.

Leesachtig gedrag

Bijna alle andere leesmethodes zijn niet op de psychologische ontwikkeling gebaseerd. Veel kinderen beginnen dan ook met leesles terwijl ze nog niet leesrijp zijn. Die leesmethodes proberen het niet-leesrijpe te compenseren door zich vele maanden tot woorden van drie letters te beperken én door het kind ‘leesachtig gedrag’ te laten vertonen.

Een voorbeeld van leesachtig gedrag is het zingende of zoemende lezen. Daarin leest het kind VOL als ‘Vvvooolll’. Dat lijkt meer op ‘Vol’ dan ‘V, o, l’, maar een niet-leesrijp kind dat ‘Vvvooolll’ zegt, weet nog steeds niet dat het ‘Vol’ heeft gezegd…
Of de leerkracht zegt ‘V, o, l; vol’ voor en de kinderen zeggen dat na. Een leesrijp kind heeft dat voorzeggen echter niet nodig want dat kan zelf hakken-en-plakken en een niet-leesrijp kind heeft niets aan dat voor- en nazeggen want het leert er niet door te hakken en te plakken.

Klanken

Een ander kenmerk van OLL is dat het op klanken is gebaseerd. Taal is immers klank. Schrijven is het omzetten van klanken in figuurtjes die we letter(teken)s noemen. En lezen is het omzetten van die figuurtjes in klanken. Een kind leert vanaf ongeveer anderhalf jaar praten in een continue geluidsstroom. Om zich echter een alfabetisch schrift als het onze eigen te kunnen maken moet het vertrouwd zijn met het idee dat zijn gesproken taal uit klanken bestaat. Dat gebeurt in Klank- en vormspel.2 Afbeelding 1 laat twee voorbeelden van klankspelen zien.

      

Afbeelding 1. Twee voorbeelden van klankspelen uit hoofdstuk 3 van Klank- en vormspel.

De delen van Zo ontdek ik het lezen!

Het belang van klanken komt in heel Zo ontdek ik het lezen! tot uiting. We gaan dat zien aan de hand van de drie delen.
In deel 1 worden de lettertekens klankzuiver aangeboden. De ‘d’ klinkt altijd als /d/ en nooit als /t/ zoals in ‘hand’. En de ‘e’ klinkt altijd als /e/ zoals twee keer in ‘servet’ en ooit als /ee/ of /u/ zoals in ‘zeven’. Zie afbeelding 2a voor het blad waarop ontdekt wordt dat ‘d’ een letter is en dat hij als /d/ klinkt zoals twee keer in ‘doordat’.

In deel 2 komen alle klankonzuiverheden aan bod, zoals de ‘e’ die ook als /u/ kan klinken (‘geworden’) en de ‘ij’ die niet als ‘i-j’ klinkt maar als /ei/ zoals twee keer in ‘ijsvrij’; zie afbeelding 2b. Tegen het slot van deel 2 wordt ontdekt dat ‘ij’ ook als /u/ kan klinken zoals in ‘eerlijk’ (/eerluk/) en ‘mijn’ (/mun/); zie afbeelding 2c.


Afbeelding 2. Drie voorbeelden van ontdekbladen van de delen 1 en 2. 2a. Het ontdekblad voor de ‘d’ in deel 1; ‘a’, ‘k’, ‘r’, ‘o’, ‘p’, ‘oo’, ‘s’ en ‘aa’ zijn in eerdere hoofdstukken ontdekt. 2b. Het ontdekblad voor de ‘ij’ aan het begin van deel 2. 2c. Het ontdekblad voor de stomme ‘ij’ aan het slot van deel 2.   

De ‘ij’ laat mooi zien wat algemeen voor OLL geldt: de lettertekens en lettercombinaties worden in een volgorde ontdekt, die in theoretisch opzicht logisch is en voor het kind structurerend werkt. Immers, in deel 1 worden ‘i’ en ‘j’ ontdekt; aan het begin van deel 2 wordt ontdekt hoe ‘ij’ gewoonlijk klinkt en aan het slot van deel 2 dat ‘ij’ ook als /u/ kan klinken. In andere leesmethodes wordt ‘ij’ al vóór ‘j’ ingevoerd. Dit werkt verwarrend voor de kinderen. Die verwarring is overigens het grootst bij het letterteken ‘e’, dat in ons alfabet negen verschillende functies heeft.

‘Taal is klank’ als uitgangspunt maakt het dus mogelijk het kind een logisch aanbod te geven. En dat werkt structurerend en dus ook stimulerend.
Ook in het spellingsdeel 3 speelt ‘taal is klank’ een grote rol. De spelling van het Nederlands is nu eenmaal onder meer op klankanalyse gebaseerd. Om te weten dat ‘hand’ (/hant/) met ‘d’ geschreven moet worden kan men er ‘twee’ voor zetten en dient men te horen of het /twee handun/ is of /twee hantun/. Zie afbeelding 3a.

Bij ‘boten’ (/bootun/) en ‘botten’ (/botun/) grijpt de klankanalyse veel dieper in. Dan moet men immers in klankgrepen kunnen hakken. Én men dient te weten dat /boo/ van /boo-tun/ op een lange klinker eindigt en /bo/ van /bo-tun/ op een korte klinker én dat /oo/ dan als ‘o’ wordt geschreven en /t/ na /o/ als ‘tt’. Zie de afbeeldingen 3b en 3c.


Afbeelding 3. Drie voorbeelden van ontdekbladen van deel 3. 3a. Het ontdekblad voor ‘d’ als /t/. 3b. Het ontdekblad voor /oo/ aan het slot van een klankgreep. 3c. Het ontdekblad voor /o/ aan het slot van een klankgreep.

De regels hierachter worden na de ontdekbladen eerst op basis van klankoefeningen ontdekt en pas daarna schriftelijk gelezen. Zie afbeelding 4. Zoals men in afbeelding 4 kan zien, komt termen als ‘zelfstandig naamwoord’, ‘enkelvoud’ en ‘meervoud’ niet in de uitleg voor. Om te leren spellen kunnen ze worden gemist – en dat gebeurt dan ook in OLL. (Uiteraard komen ze vroeg of laat in de taalles aan bod.)


Afbeelding 4. De regel achter /t/ die als ‘d’ wordt geschreven, bij de zelfstandige naamwoorden. Vanaf p.3 van deel 2 weet het kind dat een streep onder een woord betekent dat je het woord zo schrijft met de lettertekens van deel 1, en een rechthoek om het woord dat je het zo uitspreekt: er staat varken, maar zeg varkun.

Goed leren lezen en lol in lezen

Ontdekkend leren lezen (OLL) is geheel gebaseerd op de leesontwikkeling. De leesrijpe leerling begint aan deel 1 en de leerling die rijp is voor grammaticale transformaties als /een hant – twee handun/, begint aan deel 3. En nooit wordt het leestempo opgevoerd ten koste van begrijpend lezen.

Het kind begint later met OLL dan met alle andere leesmethodes want die letten niet op leesrijpheid. In OLL is het niet-leesrijpe kind op een andere manier bezig met ‘lezen’: het speelt met klanken en vormen – een letterteken heeft immers een vorm en staat voor een klank. Vooral in deel 3 zal het van de klankanalyse, waar het als kleuter mee is begonnen, veel voordeel hebben want de lastigste delen van de Nederlandse spelling zijn op klankanalyse gebaseerd.

Het kind dat met OLL leert lezen, als het eenmaal leesrijp is, gaat echter als een pijl uit een boog. In acht maanden werkt het op zijn sloffen de delen 1 en 2 door en aan het slot leest het vlot en met begrip een zin als ‘Het lieveheersbeestje heet ook wel vrouwemuisje, koekediefje, piepebontje of pimpampoentje’. Dat niet alleen: doordat het kind vanwege zijn rijpheid slechts succeservaringen heeft, is het vak lezen van meet af aan leuk en blijft de leesmotivatie hoog.
Goed leren lezen en lol in lezen – wat willen we meer?

Noten

  1. Zie verder ‘Ontdekkend leren lezen - Acht hoofdkenmerken’ op wij-leren.nl/ontdekkend-leren-lezen-hoofdkenmerken-leesrijpheid.php.
  2. Zie ontdekkendleren.nl/oll/klank-en-vormspel. Op de video, waarnaar men op die webpagina kan doorklikken, vertelt de leerkracht Germa van Dijk het verhaal van de totstandkoming van Klank- en vormspel.
  3. Die negen functies zijn: 1. ‘e’ als /e/ (‘servet’); 2. ‘ee’ als /ee/ (‘veel meer’); 3. ‘ie’ ter verlenging van ‘i’ (‘sierriet’); 4. /u/ (‘geworden’); 5. ‘oe’ (‘snoepgoed’); 6. ‘eu’ (‘speurneus’); 7. ‘ei’ (‘treinreis’); 8. ‘ee’ als /u/ (‘er was eens een kikker’); 9. ‘e’ als /ee/ (‘zeven ezels’).
Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.