Kennisplatform
Nieuw: Let op! Wij-leren.nl lanceert nieuwe website

Wie goed leest, leest graag - en andersom

René Leverink
Onderwijsjournalist en tekstschrijver bij René Leverink Tekst   

Leverink, R. (2020). Wie goed leest, leest graag - en andersom.
Geraadpleegd op 19-09-2024,
van https://wij-leren.nl/leesmotivatie-samenhangend-beleid.php
Geplaatst op 1 oktober 2020
Leesmotivatie en samenhangend beleid

Nederlandse jongeren lezen steeds minder. Minder vaak, minder lang, minder lange teksten. Woordenschat en leesvaardigheid gaan achteruit. Daardoor functioneert onze jeugd minder goed op school en in de samenleving. De Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur adviseren leesmotivatie voorop te zetten en een leesoffensief te starten om jongeren weer aan het lezen te krijgen. SLO ontwikkelde met Stichting Lezen de website Lezeninhetvmbo.nl en ondersteunde in het kader van curriculum.nu het ontwikkelteam Nederlands, dat sterk inzet op een rijk taalcurriculum. En Wellantcollege Amersfoort laat zien hoeveel moois er in de praktijk al mogelijk is.

Begin 2019 vroeg de minister van OCW de Onderwijsraad en de Raad voor Cultuur advies over de vraag hoe het onderwijs kan bijdragen aan het bevorderen van leesmotivatie en leesvaardigheid, met als doel de kans op laaggeletterdheid te verkleinen. Dr. Karin Westerbeek maakt deel uit van het wetenschappelijk bureau dat de Onderwijsraad ondersteunt en leidde dit adviesproject.

'Al gauw stelden we vast dat de adviesvraag breder moest worden geformuleerd. Het werd: wat moet er gebeuren om jongeren meer en beter ‘diep’ te laten lezen. Daarmee gaven we aan dat leesbevordering beslist geen taak is van het onderwijs alleen. Die verantwoordelijkheid ligt bij veel meer partijen: bibliotheken, ouders, welzijnsorganisaties, gemeenten, provincies en het ministerie van OCW.'

Samenhangend beleid

Eind juni 2019 was het advies klaar. Titel: Lees! Een oproep tot een leesoffensief. De aanbevelingen zijn, in lijn met de bredere opvatting van de adviesaanvraag, gericht op alle maatschappelijke sectoren die met lezen en geletterdheid te maken hebben. Zo pleit de Onderwijsraad voor een krachtig en samenhangend leesbeleid. Westerbeek: 'Voor alle partijen, dus niet alleen het onderwijs, moet het vergroten van leesmotivatie een speerpunt zijn. Daarvoor zijn voorzieningen nodig die bij alle leerlingen het diepe lezen stimuleren. En dat vraagt om extra financiële investeringen.'

Juist dat ‘diepe lezen’ is in verdrukking geraakt.

In tegenstelling tot het oppervlakkige, gefragmenteerde lezen dat bij de nieuwe media hoort, vraagt het consumeren van boeken en langere artikelen om andere vaardigheden.

Westerbeek: 'Als je het diepe lezen beheerst, heb je er meer plezier in en doe je het ook meer. En dat geldt andersom precies zo natuurlijk. Daarom is het belangrijk juist ook niet-lezers aan het lezen te krijgen. Bijvoorbeeld met teksten over onderwerpen die ze wél interessant vinden. En laat ze die gerust op hun iPad lezen, als ze dat prettig vinden. Gooi niet-lezers niet meteen in het diepe.'

Het onderwijs heeft een belangrijke taak in leespromotie. Maar is dat niet juist een gevaar? Lezen is iets van school, school is saai, dus lezen is saai? “Dat is inderdaad een probleem. Toch blijkt het vaak te lukken als je een aanpak kiest die bij het kind past.  Zo zien we dat het soms helpt als leerlingen eerst een stukje van een verfilmd boek zien. Dan worden ze nieuwsgierig naar de rest en gaan ze het boek lezen. Ook schrijversbezoeken op school werken vaak goed.”

Geluk

Hoe is de stand van zaken, een jaar later? Westerbeek: “We hadden geluk met de timing.

Meteen na ons advies kwamen de PISA-scores, die een nogal dramatische teruglopende leesvaardigheid van onze leerlingen lieten zien.

OCW heeft meteen een werkgroep ingesteld met mensen uit zowel cultuur als onderwijs. Opdracht is het Leesoffensief verder te brengen. Verder zien we op lokaal en provinciaal niveau allerlei initiatieven. Ook veel bibliotheken zijn met het advies aan de slag gegaan.”

Uit de internationale PISA-cijfers blijkt inderdaad dat de leesvaardigheid van de Nederlandse jeugd harder achteruitgaat dan in andere landen. Het aantal kinderen dat het basisniveau niet haalt, is gezakt van vijftien naar 24 procent. We horen zelfs bij de tien meest zakkende landen ter wereld. Gerdineke van Silfhout, leerplanontwikkelaar bij SLO, noemt enkele oorzaken:

  • Als een kind geheel zonder leeskilometers binnenkomt, kan school dat niet volledig compenseren.
  • Daarnaast is er de digitalisering. Die leidt niet per definitie tot minder lezen, maar gaat wel ten koste van het diep lezen, dus het intensief lezen van langere teksten.

Uit de PISA-cijfers blijkt dat de daling van de gemiddelde leesvaardigheid in ons land niet zo zeer veroorzaakt wordt door goede lezers die zwakker worden, maar door zwakke lezers die nóg zwakker worden.

En dan weet je waar de grootste klappen vallen. Op het vmbo.

Daarom zouden we nu vooral dáár onze inspanningen op moeten richten.”

Leesdoel en tekstsoort

Van Silfhout is namens SLO betrokken bij het ontwikkelteam Nederlands van Curriculum.nu. “Vergeleken met andere landen is het leesonderwijs in Nederland veel meer opgedeeld in los onderwezen onderdelen. In het vo gaat het om vrij lezen, begrijpend lezen, zeg maar teksten met vragen, en literatuuronderwijs. Het centraal examen in het vo is het lezen van zakelijke teksten. Literatuur wordt in het schoolexamen getoetst.

In onze visie werken leerlingen met literaire en zakelijke teksten die inhoudelijk samenhangen vanuit een bepaald leesdoel, een uitdagende inhoud hebben en van goede taalkwaliteit zijn.

Zodat ze tegelijkertijd hun kennis van de wereld, hun taalkennis en hun woordenschat uitbreiden. Dat geldt voor Nederlands maar ook voor de andere vakken. Kijk als docent of je de tekst kunt ondersteunen met andere materialen en dus kunt inbedden in een groter, samenhangend geheel. We zien ook hoe waardevol het is als vakdocenten, taalexperts, uitgevers en methodeschrijvers samenwerken bij de ontwikkeling van optimaal begrijpelijk én uitdagend leesmateriaal. En dan heb ik het over alle vakken. Bij aardrijkskunde en geschiedenis vindt evenveel taalontwikkeling plaats als bij Nederlands. Ik pleit daarom voor schoolbreed overleg over de manier waarop lesstof wordt aangeboden.”

Quickscan

Hoe kun je zo’n afstemming op een niet al te ingewikkelde manier tot stand brengen of verder uitbouwen? “Een goede eerste stap of een nuttige pas op de plaats is de Quickscan Succesfactoren Lezen in het vmbo, een initiatief van Stichting Lezen en SLO. Aan de hand daarvan kunnen scholen, óók havo en vwo, vaststellen hoe het staat met hun taal- en leesonderwijs. De vragen hebben betrekking op taalbeleid, docentgedrag, de lessen Nederlands, activiteiten en werkvormen, de boekencollectie, taalgericht lesgeven in de andere vakken, monitoren taal- en leesontwikkeling, lezen met extra ondersteuning en samenwerking binnen- en buiten de school. Zo krijg je helder waar je staat en welke stappen je nog kunt zetten.” https://www.lezeninhetvmbo.nl/succesfactoren

Heel Wellant Leest!

Rita Tieleman is leraar Nederlands op Wellantcollege Amersfoort (vmbo/mavo). In januari 2017 is de school onder het motto Heel Wellant Leest! samen met Bibliotheek Eemland gestart met 'De Bibliotheek op School’. Doel: de leescultuur op school versterken door het volgen van een structureel programma gericht op vrij lezen. Tieleman: “Zoals op veel vmbo-scholen beginnen ook bij ons de leerlingen vaak met een leesachterstand. De meeste problemen met het lezen komen door een te beperkte woordenschat. 

Van vijftien minuten lezen per dag leer je duizend woorden per jaar meer. Dat zijn twintig extra nieuwe woorden in een week!

Ook bij de vakken Mens en Maatschappij, wiskunde en Mens en Natuur gaat het beter met een grote woordenschat. Dus iedereen heeft baat bij veel-lezende leerlingen. Daarom besteden we veel aandacht aan vrij lezen. Zowel in de onder- als in de bovenbouw starten we de lessen Nederlands met vrij lezen. Dit houdt in dat alle leerlingen aan het begin van de les tien minuten stil lezen in een zelfgekozen leesboek. Die tien minuten worden afgesloten met een stukje voorlezen en naar elkaar luisteren!”

Hoe krijg je leerlingen zover dat ze boeken gaan lezen? “Je moet vermijden dat ze gefrustreerd raken doordat ze het verkeerde boek pakken. Titel, voorkant, pictogram en onderwerp zijn daarom heel belangrijk. In onze schoolbieb staan de boeken frontaal geplaatst, zodat de titel en de voorkant goed zichtbaar zijn. Daarnaast staan ze op onderwerp bij elkaar, zowel de leesboeken als de informatieboeken.”

De Boekenshow

Heel Wellant Leest! heeft volgens Tieleman al veel moois opgeleverd. “In de introductieweek worden alle eerstejaars in de bibliotheek in Vathorst getrakteerd op De Boekenshow. Fragmenten uit boeken worden voorgelezen en leerlingen mogen raden uit welk boek het fragment komt. Elk jaar is er een Voorleeswedstrijd in alle brugklassen. Er wordt een workshop georganiseerd waarna leerlingen genomineerd worden die mee mogen doen aan de feestelijke finale met mooie prijzen.

  • Alle leerlingen hebben een bibliotheekpas;
  • Alle leerlingen uit de brugklas gaan een keer in de zes weken tijdens de les Nederlands naar de bibliotheek Vathorst om te lezen en een boek te lenen;
  • Alle tweedejaars leerlingen gaan dit voorjaar op school in gesprek met een echte schrijver;
  • Alle derdejaars leerlingen krijgen een workshop van een rapper.”

Hoe wordt de opbrengst van al deze leesinitiatieven bepaald? “Natuurlijk meten we hoe het gesteld is met het leesplezier, van wie leerlingen goede boekentips krijgen en welke onderwerpen zij het boeiendst vinden én of ze meer zijn gaan lezen. We doen dat door het houden van interviews met leerlingen en docenten. We zetten in op die punten waar de leesmotivatie dreigt af te nemen. Dat wordt vervolgens weer geëvalueerd. Zo is de spiraal van continu verbeteren een goede werkwijze voor een steeds beter leesklimaat.”

Belangrijkste tip voor collega’s? “Neem contact op met de plaatselijke bibliotheek en vraag om hulp en deskundig advies. Mijn ervaring is dat de school de bibliotheek nodig heeft bij het streven om het leesbegrip en de leesmotivatie te bevorderen, andersom geldt dat ook: de bibliotheek ontleent mede haar bestaansrecht aan veel lezende leerlingen voor nu en in de toekomst.”

 

Heb je vragen over dit thema? Stel ze in de onderwijs community binnen de Wij-leren.nl Academie!

Dossiers

Uw onderwijskundige kennis blijft op peil door 3500+ artikelen.